Met het gewicht van een heel leven
Achttien jaar geleden stond ik op het veld in Keulen. We hadden net een nieuwe paus en vol ontzag keek ik naar al die mensen om me heen. Ontelbaar veel mensen die knielend en in verbondenheid met God en elkaar het leven in dankbaarheid vierden.
Ik was vijftien en mijn (volwassen) leven stond op het punt van beginnen. Dat jaar zou ik mijn middelbare schooldiploma halen, en daarna lag de wereld aan mijn voeten. Ik hoopte te gaan studeren, keek uit naar fantastisch werk, (nieuwe) vrienden, liefde en alles waar een vijftienjarige over kan dromen. Wie hoopt er immers niet op een fijn en gelukkig leven? Ik in ieder geval!
Inmiddels ben ik achttien jaar verder in mijn leven. Achttien jaar ouder. Achttien jaar wijzer, misschien. Maar ook achttien jaar zwaarder, wat het gewicht van het leven betreft. Het was zwaar, en soms nog. Van het studeren kwam van alles, maar niks waar ik echt mijn ei in kwijt kon. Achteraf maakte ik vooral ‘verstandige’ keuzes en allerminst keuzes die misschien onverstandig leken, maar waar ik wel gelukkig van werd. Bovendien moest ik overal zes keer harder voor werken, en als ik naar mijn klasgenoten keek begreep ik niet hoe zij nog iets anders konden doen dan slapen, eten en studeren.
Ik vocht tegen depressies, knokte me door trauma’s en liep er gaandeweg nog wat extra op. Ik heb gehuild, gevloekt en ben tot in het diepst van mijn ziel ongelukkig geweest. Ik voelde me raar, onbegrepen, veroordeeld en alleen. Moederziel alleen.
Het leven is niet leuk, of makkelijk geweest sinds het moment op dat veld in Keulen.
En precies dat is de reden dat ik juist nu weer mee wilde naar De Wereldjongerendagen.
Inmiddels weet ik dat ik inderdaad moet leven met de gevolgen van groot, en ‘klein’ trauma. Ik leef met CPTSS en dat is ingewikkeld. Ook heb ik autisme. Dat heb ik altijd al gehad natuurlijk, maar die naam kon ik pas 1,5 jaar en een beetje geleden als sieraad op mijn nek hangen. Sindsdien krijgt de zoektocht naar mezelf (mijn echte ik), en de lichtheid van het leven weer wat meer aandacht.
Waar ik dacht dat het nooit meer goed zou komen, en waar veel behandelaren het ook niet meer wisten; en me dan maar weer doorstuurden naar de volgende dokter, weet ik nu dat het altijd beter kan worden. En nee, ik ga niet beginnen met dooddoeners als ‘hou hoop’ of ‘alles komt goed’, want soms komt het niet goed, en van hoop koop je niks. Wanneer je depressief, angstig of eenzaam bent helpen die woorden misschien even, maar daarna overspoelt de ellende je vanzelf weer. Toch heb ik ervaren dat lieve woorden, een arm om je heen en iemand die voor je bidt op dat moment misschien maar even lijken te helpen, maar op de lange termijn van enorme betekenis zijn.
Zelfdoding is doodsoorzaak nummer één onder jongeren. En juist in deze tijd, waarin we elkaar zo nodig hebben, viert het individualisme hoogtij. Bijna de helft van de mensen krijgt vroeg of laat te maken met burn-out of depressieve klachten. Hoe kan het toch dat we daar zo weinig met elkaar over praten? En waarom is het een taboe om soms te zeggen dat je het gewoon niet weet, dat je jezelf kwijt bent en dat je geloof daar soms ook mee in de knel komt?!
Ook ik ben God onderweg soms verloren. Ik voelde zijn aanwezigheid niet en elk gebed kaatste terug als een echo in een verlaten grot. Mijn woede, verdriet en wanhoop kon ik, voor mijn gevoel niet bij Hem kwijt. Het is lange tijd stil geweest, en nog. Toch voelt mijn gebed minder leeg sinds ik weer vertrouw op het feit dat hoewel ik Hem niet voel, dat niet betekent dat Hij er niet is.
Moeder Theresa omschreef dat mooi. Zij ervaarde God lange tijd niet meer, maar is nooit gestopt met bidden en haar werken in de volle overtuiging dat Hij er wel degelijk was, en er altijd voor haar zou blijven. Franciscus van Assisi ging door enorme sombere en depressieve tijden heen en ook hij bleef in volle overtuiging verbonden met God, dankbaar en dienstbaar. En zelfs Jezus bad in wanhoop tot Zijn Vader met de woorden: ‘Mijn God, mijn God waarom hebt Gij mij verlaten’. (Mat 27,46)
Daarom wil ik deze reis maken. ‘Maria stond op, en ging met spoed’ (Luc 1, 38) is het thema van deze reis, en deze oproep kan op geen beter moment komen wat mij betreft. Jarenlang vocht ik om overeind te blijven en inmiddels is het geen kwestie meer van blijven staan, maar van nieuwe stappen zetten. Van overleven, naar leven.
Het is tijd om op te staan, en op weg te gaan. Dankbaar en dienstbaar.
Toen ik het niet kon hebben anderen mij gedragen in gebed. Er werden kaarsjes voor me gebrand, en er werd aan me gedacht, ook als ik andersom helemaal aan niemand anders kon denken dan mezelf. Nu is het mijn beurt om voor anderen te bidden en hen te laten weten dat er iemand is die aan ze denkt.
Overal ter wereld zijn mensen die moeten leven met grote (psychische) problemen, en die het leven niet (meer) zien zitten. Voor hen ga ik naar Lissabon. Uit dankbaarheid voor iedereen die mij heeft willen dragen, en voor me heeft gebeden toen ik het niet kon. En uit dankbaarheid dat ik sterk genoeg ben om er nu voor een ander te kunnen zijn!
Kan ik ook voor jou bidden? Laat het me vooral weten, ik steek graag een kaarsje voor je op!